j | f | m | a | m | j | j | a | s | o | n | d |
1 | 6 | 11 | 15 | 19 | 24 | 28 | 32 | 37 | 41 | 46 | 50 |
2 | 7 | 12 | 16 | 20 | 25 | 29 | 33 | 38 | 42 | 47 | 51 |
3 | 8 | 13 | 17 | 21 | 26 | 30 | 34 | 39 | 43 | 48 | 52 |
4 | 9 | 14 | 18 | 22 | 27 | 31 | 35 | 40 | 44 | 49 | |
5 | 10 | 23 | 36 | 45 |
De openbare ruimte is de plek waar mensen elkaar ontmoeten en samenleven. In de huidige stad is juist deze ruimte het meest problematisch, maar ook het meest kansrijk als er anders mee om wordt gegaan. In de serie ‘lessen van de Tuinman’ zal ik trachten te schetsen wat we hebben ontdekt in onze Creatief Beheer praktijk en waar volgens ons momenteel de nieuwe wegen en kansen liggen om via een nieuwe integrale ruimtelijke ordening te komen tot een duurzamere samenleving. De essentie ligt in het herstellen van de verbinding tussen het sociale en fysieke werkveld in een stad op hyperlokaal en intermenselijk niveau. Dit is wat ons betreft de ‘missing link’ in het leefbaar en gezond houden van de stad en onze samenleving. Deze lessen zijn bedoeld om ook het mentale werkveld van de Tuinman(m/v) (beleidsmakers en wetenschappers) te verbinden met de praktijk van het fysieke en sociale.
Les 1 De Bril van de Tuinman
Iedere tekst, ieder argument kent vooronderstellingen, die meestal niet worden benoemd. In deze eerste les zal ik de vooronderstellingen (onbewezen aannames) van de Creatief Beheer aanpak expliciet benoemen. In de visie van Creatief Beheer zijn planten, dieren en mensen onderdeel van dezelfde natuur. Mensen hebben elkaar en de natuur nodig om gezond en gelukkig te blijven. De levensruimte van ons mensen is dus niet alleen fysiek, maar omvat onze interactie met elkaar en de omgeving. Dit is te beschouwen als een groot organisch (interacterend en transformerend) samenspel tussen het fysieke, sociale en mentale, waarin wij leven en dat we kunnen kennen.
Dit heeft een bijhorend Mensbeeld en een Wereldbeeld, dat we organisch of dynamisch kunnen noemen. Dit gaat ervan uit, dat wij mensen, net als de cellen in ons lichaam een organisch geheel vormen. Of zoals Jules Deelder het zegt, ‘de omgeving van de mens is de medemens’. Wij leven in elkaar, sturen en vormen elkaar. Dit problematiseert bijvoorbeeld direct het begrip ‘groen’ en ‘natuur’, wij zijn immers ook groen en ook natuur.
De wereld en wijzelf zijn kentheoretisch in te delen in drie domeinen, dat wat wij kennen, dat wat wij kunnen leren kennen en dat wat we nooit zullen kennen. Dat laatste, het Mysterie is het fundament van ons kennen en leven. De vraag waartoe wij op aarde zijn is dus niet met zekerheid te beantwoorden. Wij zijn allen gelovigen. Kan ik dit alles zo maar stellen, oftewel, welk bewijs heb ik hiervoor? Antwoord: ‘Geen enkel bewijs, slechts aanwijzingen’. Er is overigens ook geen enkel bewijs voor de vooronderstellingen die we nu gebruiken, sterker, het merendeel ervan is ontkracht. De vooronderstellingen die ik hierboven schets, zijn dat nog niet. Ze zijn gebaseerd op de nieuwste wetenschappelijke inzichten. Met andere woorden ik verzin het niet. Het lijkt een volgende stap, een begaanbaar pad, dat wellicht ergens toe leidt. Rest me nog het begrip nieuw te definiëren, anders zou het lijken alsof nieuw, echt nieuw is. Het woord nieuw gebruiken we voor iets dat we nog niet kennen, maar wel kunnen leren kennen. Het debat over deze existentiële kwesties is voor ons als praktijkmensen, een gepasseerd station. Ik wil er overigens best graag over debatteren op een ander moment en een andere plek. In de volgende les gaan we het perspectief verkennen.
Mitzy | 11 januari 2013Dank voor de wijze les. Ik kik uit naar de tweede! |