In de beleving van de mens is de scheiding tussen fysiek (de stenen), sociaal (de interactie tussen mensen) en mentaal (de individuele ontwikkelingsruimte) niet aanwezig. Bij de mens komen alle ruimten samen en vanuit de mens ontstaan nieuwe invullingen voor die ruimte. Een goede leefomgeving in een wijk is noodzakelijk voor alle mensen, maar cruciaal voor kinderen, zwakkeren en ouderen; deze zijn in hogere mate afhankelijk van hun directe omgeving voor hun ontwikkeling en gezondheid.
Het geld is op
Om een goede leefomgeving te realiseren, is de afgelopen jaren flink geïnvesteerd in wijkontwikkeling. Maar een fysieke herstructurering en sociale hulpverlening zonder een integrale ontwikkeling van de totale leefomgeving van mensen is niet effectief gebleken. Al het geld, de vernieuwing en de speciale aanpakken hebben niet het verwachte effect gehad. En nu is het geld op…
Een patstelling? Nee: juist nu het geld op is, ontstaan er kansen. De oplossing ligt in het herstellen van de verbinding van de uit elkaar gegroeide ruimten in onze directe leefomgeving (wijkniveau). Dat is mogelijk door het herinrichten van de beheer- en onderhoudspraktijk en door deze praktijk te koppelen aan de sociale sector. Hierdoor neemt het zelforganiserend en zelfhelend vermogen van mensen toe. Op wijkniveau is een nieuwe ruimtelijke ordening nodig, die feitelijk totaal omgekeerd is van wat we kennen, maar die dichter ligt bij onze menselijke natuur en de natuur in het algemeen. Er is veel geld te verdienen en sociale duurzaamheid te winnen in een praktijk, waarbij de mensen zelf energie steken in de ruimte waarin zij leven, en daarvan energie krijgen.
Samenhang creëren
Een aanpak waarbij de mentale, fysieke en sociale ruimte integraal worden ontwikkeld, kan alleen decentraal, organisch en lokaal (op wijkniveau) worden opgezet. Het dagelijks beheer en onderhoud is hierbij het eerste aangrijpingspunt. Vanuit deze optiek bestaat de stad in de eerste plaats uit mensen en hun interactie met elkaar en hun omgeving en pas daarna uit stenen, plannen en herinneringen. Beheer en onderhoud zijn dan geen kostenpost meer maar een investeringspunt. De ontwikkeling van de sociale ruimte in samenhang met de fysieke en de mentale ruimte leidt tot waardecreatie én kostenbesparing door de versterkte veerkracht van de gemeenschap.
Door de verbinding op lokaal niveau (dicht bij de mens) terug te brengen tussen de fysieke, sociale en mentale ruimte, wordt ruimtelijke ordening een organisch proces. En dat vergt een organische planning en sturing, via een interactief groeimodel dat uitgaat van wederkerigheid en stuurt op samenwerking. Momenteel werkt Creatief Beheer in vijf Rotterdamse wijken aan zo’n ordeningssysteem. Centraal hierin staat de sociale wijkwerf, een fysieke plek (of plekken) als centrum voor de wijkontwikkeling.
Wijkontwikkeling als gezelschapsspel
De essentie is transitie te realiseren van een centraal (efficiënt geacht) gestuurd systeem naar een decentraal zelforganiserend systeem. Om hierin als overheid toch te kunnen sturen, regels te stellen en te handhaven, is een ‘spelsysteem’ ontwikkeld. Daarbij is het centrale doel: door samenwerking en koppeling zo veel mogelijk effect sorteren. Cruciaal hierbij is een financieel beleid dat werkt met een flexibel jaarlijks ontwikkelbudget, waarmee processen binnen de wijk kunnen worden heringericht. Dit budget wordt beheerd door een onafhankelijke middenpartij. Deze stuurt op samenwerking van betrokken partijen, waaronder bewoners, koppelt doelstellingen en maakt daardoor met gelijkblijvend budget veel meer mogelijk.
De middenpartij bouwt in drie tot vijf jaar een duurzame praktijk op die met lagere kosten een wijk effectief verbetert. Misschien levert het op zeker moment zelfs geld op voor de gemeenschap en voor de individuele bewoners die door hun inzet waarde genereren. De wijk wordt, door de betrokken medewerking van de bewoners in samenwerking met de locale instanties en binnen de kaders van de overheid, een zelforganiserende onderneming.
Hoop en vertrouwen creëren
Deze nieuwe manier van ontwikkelen zet alles wat eerder is opgebouwd (ingemetseld) op losse schroeven. De ontstane onzekerheden leveren in eerste instantie vaak onrust op. Daarom is het belangrijk vanaf het begin regelmatig concrete successen te boeken. Deze bevorderen het draagvlak en maken volgende stappen mogelijk. De schijnbaar kleine stapjes in het begin maken de grote stappen op termijn mogelijk. Dit kan alleen als er een voedingsbodem is die geleidelijk in omvang toeneemt. De menselijke interactie is gekoppeld aan de fysieke (beheer en onderhoud) en de mentale ruimte (onderwijs). Met andere woorden: ieder jaar wordt de buitenruimte mooier en groener, het onderwijs beter en werken de mensen beter samen in en aan een prettige wijk.
Iedere wijk is anders en daardoor zijn successen uit het ene project niet zomaar te kopiëren. Overal ontstaan andere oplossingen en samenwerkingsverbanden. Maar in alle wijken waar wij de aanpak in de praktijk brengen, zien wij na aanvankelijke scepsis een toenemend draagvlak, steeds meer participanten en grotere effectiviteit. Mensen worden er blij van en raken geïnspireerd, zowel bewoners als professionals.
Het is niet voor niets dat juist nu de tijd rijp is voor een dergelijke integrale aanpak in de directe leefomgeving van mensen. Op alle niveaus wordt gezocht naar nieuwe wegen. Investeren in een groene veilige buitenruimte die samen met bewoners wordt ontwikkeld en beheerd, is de manier om steden leefbaarder en duurzamer te maken voor de huidige en volgende generaties. Sociale innovatie is in feite het enige juiste antwoord op de huidige crisis en is ook juist mogelijk door dezelfde crisis. Leefbare prettige wijken zijn de kurken waarop een stad drijft.