een stadsinitiatief
antenne rotterdam

hoofdmenu

jfmamjjasond
1610141923273236414549
2711152024283337424650
3812162125293438434751
4913172226303539444852
5183140
week 12 | dinsdag 19 maart 2024 06:09 uur | 1 bezoekers

Groen, participatie en gezondheid

Kristian Maters, specialist op het gebied van Landschap en Duurzaamheid, heeft een essay geschreven over wat er in de wetenschappelijke literatuur bekend is over participatief groenontwerp. Het doel is om een korte verkenning te schetsen wat het effect van een 'Tuinman in de Wijk' kan zijn

Heeft de buurt baat bij participatief groenontwerp en –beheer?


Door kristian Maters, 10-11-2010


 


Creatief Beheer ontwerpt en beheert groene buitenruimte samen met buurtbewoners. Buurtbewoners denken en helpen mee bij de inrichting. Het onderhoud wordt geleid door een tuinman en gedaan in samenwerking met de bewoners. Het ontwerp is niet meteen af, in de loop der jaren verandert het park mee met de veranderende behoeften van de bewoners. Zo groeit, in de loop der jaren, het park uit tot een plek voor ontmoeting en activiteit.


Creatief Beheer heeft een krachtige werkwijze om achterstandswijken een positieve impuls te geven. Creatief Beheer staat voor een systeemaanpak waarbij het zelforganiserend vermogen van buurten wordt ingezet om de eigen omgeving te verbeteren. De onderliggende gedachte hierachter is dat mensen gezond en gelukkig worden van elkaar en van de natuur. Door participatief groenontwerp en –beheer creëert Creatief Beheer een natuurlijke omgeving voor interactie. Dit heeft een positief effect op de omgeving, op de buurt maar ook op de individuele buurtbewoners.


Creatief Beheer ziet dagelijks de positieve effecten van hun werkwijze. Maar wat zegt de wetenschap over het effect van participatief groenontwerp en –beheer op de omgeving? Door de integrale aanpak van Creatief Beheer kan het antwoordt hierop niet bij één discipline of wetenschap gevonden worden. In dit essay wordt een waaier aan wetenschappelijke literatuur beschreven die elk een ander onderdeel van de vraag behandelen. Het doel is om een korte verkenning te schetsen van het effect van de aanpak van Creatief Beheer op de buurt.


Mission statement Creatief Beheer: een integrale aanpak van de buitenruimte in achterstandswijken, waarbij een natuurlijke omgeving wordt gecreëerd voor interactie, leidt tot een positieve impuls van de buitenruimte, de buurt en ook de individuele buurtbewoner.


Groen en gezondheid


Uit Vitamin G, Jolanda Maas, 2009.1


Er is een heel aantal wetenschappelijke artikelen te vinden over de relatie tussen groen en gezondheid. Ze hebben stuk voor stuk ontdekt dat groen goed is voor de gezondheid van mensen. Dat heeft vooral te maken met twee dingen. Aan de ene kant heeft groen “uit zichzelf” een positieve invloed op de mens. Aan de andere kant biedt groen de ruimte om elkaar te ontmoeten en zorgt het zo voor meer sociale interactie in een buurt.


Dat groen “uit zichzelf” goed is voor onze gezondheid komt door de aantrekkingskracht die groen heeft. Mensen worden automatisch aangetrokken door groene ruimten en landschappen. Dit wordt ook wel zachte fascinatie genoemd. Groen geeft rust en ruimte voor reflectie. Door te kijken naar groen heeft het systeem dat de aandacht verdeelt een moment van rust. Het heeft een temperend effect op vermoeidheid en stress, twee belangrijke factoren die de gezondheid beïnvloeden.


Daarnaast biedt groen ruimte voor ontmoeting. Een buitenruimte die ontworpen is om sociale interactie te faciliteren heeft ook invloed op de gezondheid. Mensen met groen in hun directe leefomgeving voelen zich minder eenzaam en hebben een groter sociaal vangnet. Dit maakt ze weerbaarder. Ze hebben minder last van depressie en stress en bezoeken de huisarts minder vaak. Als ze gevraagd wordt hoe zij hun eigen gezondheid beoordelen, geven zij zichzelf een hoger cijfer.


Maar niet elk, willekeurig stukje groen heeft een positief effect. De kwaliteit van groen is belangrijk voor de manier waarop het gebruikt en beleeft wordt. Een onoverzichtelijk en onveilig buurtpark zal een hele andere invloed hebben op de gezondheid dan dat goed onderhouden en veel gebruikte park.


“In een buurt met weinig groen is de kans op depressie 1,33 keer groter en is de kans dat een bewoner zijn/haar gezondheid als minder dan goed beoordeeld 1,5 keer groter.”


Jolanda Maas in haar proefschrift Vitamin G (2009)


 


 


Groen en economie


Uit Profijt van groen, Van Goren en Koedoot, 2006.2


Een goed voorbeeld van een projectontwikkelaar die de vruchten plukte van het combineren van groen en rood is de gecombineerde ontwikkeling van het Vondelpark en omliggende bebouwing. De waarde van de bebouwing in dit gebied steeg enorm, wat zich nog steeds vertaald in het imago van de buurt, de huizenprijzen en de WOZ waarde.


De positieve uitwerking van groen op de huizenprijs is ook terug te zien in de cijfers. Zo brengt een woning van 100 vierkante meter met uitzicht op een bosrand 9400 euro meer op. Een woning aan een park en aan een groen gebied brengt respectievelijk 1400 euro 3900 euro meer op.


Maar ook indirect speelt groen een rol in de economie van de stad. Investeren in groen heeft een positief effect op de gezondheid en arbeidsproductiviteit van werknemers. Het leidt tot minder ziekteverzuim, tot een grotere inzet en tot inventiviteit van werknemers en dus tot meer arbeidsvreugde en productiviteit. En een groene en aantrekkelijke buitenruimte trekt niet alleen bedrijven maar ook klanten aan.3


En ook hier is de kwaliteit van groen weer van groot belang. Het woord kwaliteit betekend echter iets anders als je kijkt naar het effect van groen op de prijs van woningen. Hier zal de nadruk meer liggen op de esthetische kwaliteit van het groen en minder op de gebruikskwaliteit van het groen. Als het park dat voor je deur ligt mooier is, brengt je huis ook meer op.


“Woningen met uitzicht op groen brengen al gauw 6 procent meer op dan een vergelijkbare woning zonder groen uitzicht.” Van Goren en Koedoot in Profijt van groen (2006 )


 


 


Sociale interactie en sociale structuur


Uit The social dimension of sustainable development, Dempsey et al., 2009.4


Op sociaal vlak valt er nog heel wat te onderzoeken. Harde cijfers over verbetering van, bij voorbeeld, de sociale structuur van een wijk na het aanleggen van meer groen bestaan niet. Maar laten we eerst bekijken wat allemaal van invloed is op de sociale structuur van een wijk.


De sociale structuur van een wijk is afhankelijk van de sociale interactie tussen de buurtbewoners, de participatie van de buurtbewoners, de stabiliteit van de leefgemeenschap, de veiligheid en de identiteit. De buitenruimte speelt een grote rol in al deze aspecten. Een prettige buitenruimte geeft mensen de mogelijkheid om elkaar te ontmoeten. Al is het maar tijdens het blokje om met de hond. Een prettige buitenruimte zorgt er voor dat mensen langer op een plek blijven wonen en zorgt daardoor voor stabiliteit in een buurt. Een prettige buitenruimte zorgt ook voor een stukje identiteit van een buurt5. Participatie laat mensen eigenaar worden van de buitenruimte en zorgt voor een betere afstemming van de buitenruimte op het gebruik.


Al met al blijkt het moeilijk om precies te stellen wat nu de sociale winst is van een groene buitenruimte. Wel is het duidelijk dat over het algemeen een groene buitenruimte van goede kwaliteit een positieve invloed heeft op de sociale structuur van een buurt.


 


 


Sociale interactie en veiligheid


Uit Oog voor elkaar, Blokland, 2009.6


Een belangrijk aspect voor de eigen omgeving is de veiligheid of het gevoel van veiligheid. Het gevoel van veiligheid wordt gevormd door de informatie die de omgeving uitzend. De omgeving en de mensen in deze omgeving wordt als het ware gelezen. Op basis hiervan wordt een oordeel geveld.


Een prettige buitenruimte heeft dus een positief effect op het gevoel van veiligheid. Een straat die net oogt geeft aan dat de buurtbewoners netjes zijn. De normen in deze buurt worden schijnbaar niet overtreden. Hierdoor zullen mensen zich veiliger voelen. Maar ook heeft het een preventief effect op criminaliteit. Dit staat bekend als het Broken Window effect. Drost7 onderzocht het effect van graffiti, vuilnis en gebroken ramen op kleine criminaliteit in de buurt. Wat blijkt: de overtreding van een sociale norm zoals vuilnis op straat gooien, leidt tot de overtreding van andere normen. De kwaliteit van de buitenruimte is dus indirect van invloed op de criminaliteit in een wijk.


Naast de buitenruimte zelf zijn ook de mensen die in de buitenruimte verblijven van belang. Deze mensen worden, net als de buitenruimte, gelezen waarna een inschatting gemaakt kan worden van de veiligheid. Sociale interactie is hierbij een belangrijk punt. Mensen die elkaar niet kennen vallen automatisch terug op stereotypen om de ander te beoordelen. Sociale interactie laat de mens achter dit stereotype zien. Daarnaast is sociale interactie een belangrijke voorwaarde voor sociale controle.


De buitenruimte lijkt een belangrijke rol te spelen in het stimuleren van sociale interactie omdat de buitenruimte immers hiervoor de gelegenheid schept.


“Het gaat er voor veiligheidsbeleving niet om hoe groot je persoonlijk netwerk in de buurt is, maar of je in de openbare ruimte mensen die je kent tegen het lijf loopt.” Tanja Blokland in Oog vppr elkaar, 2009


 


 


Participatie en kwaliteit


Uit Kwaliteit in meervoud, Hooimeijer, Kroon en Luttink, 2001.8


De rode draad in alle onderzoeken naar het effect van groen op de buurt is het woord kwaliteit. “Echter, van vierkante meters groen alleen wordt een stad niet aantrekkelijker, het gaat ook om kwaliteit van het stedelijk groen. Een slecht ingerichte, slecht onderhouden, of onveilige buitenruimte trekt geen mensen aan, maar jaagt ze eerder weg. (…) Uiteindelijk is de kwaliteit van het stedelijk groen doorslaggevend. (...) Met een - in samenspraak met bewoners - goed overdachte inrichting van de buitenruimte, kan je sturen op kwaliteit van het woonmilieu.”9


Iedereen heeft wel een idee bij wat een kwalitatief goede buitenruimte is maar een precieze omschrijving er van geven blijkt lastig. Daarnaast heeft iedereen een ander beeld bij kwalitatief goede buitenruimte. Toch zijn er een paar componenten te benoemen waaraan de buitenruimte moet voldoen.


Allereerst moet de buitenruimte zijn toegesneden op de gebruiker. Je zou ook kunnen zeggen dat hij een hoge gebruikswaarde moet hebben. Een plein dat past binnen de wensen van de buurt wordt meer en beter gebruikt. Dit is een even eenvoudig als moeilijk te realiseren aspect van kwaliteit.


De beleving van de buitenruimte moet ook passen bij de gebruiker. Aan de ene kant moet de gebruiker zich kunnen identificeren met een plek. Hij moet dus anders zijn dan de omliggende buitenruimte. Hij moet mooi zijn. Dit zorgt er voor dat mensen zich thuis voelen in de buitenruimte en hem dus ook meer gaan gebruiken.


Een laatste aspect van kwaliteit is de toekomstwaarde. Dit betekend niet dat er alleen betonnen bankjes kunnen komen die écht niet kapot kunnen. Dit betekend dat de buitenruimte niet alleen nu een hoge gebruiks- en belevingswaarde moet hebben maar dat dit ook in de toekomst moet kunnen. Een flexibele buitenruimte die goed onderhouden wordt is misschien wel toekomstbestendiger dan de volledig hufter-proef buitenruimte van beton.


Waar het uiteindelijk allemaal op neer komt is het creëren van een buitenruimte die een hoge gebruiks-, belevings- en toekomstwaarde heeft. De betekenis van deze drie aspecten van kwaliteit verschillen van plek tot plek en zijn afhankelijk van de belangen die er aan gekoppeld worden. Wel is duidelijk dat de gebruiker centraal staat in deze drie begrippen. Dat is ook niet zo vreemd. De buitenruimte is van de gebruiker.


“Voldoet de openbare buitenruimte niet, dan bewegen kinderen minder, raken mensen eerder geïsoleerd, voelen ouderen zich onveilig, zijn buurten minder gewild en daalt de omzet van de detailhandel. ” G. J. van ’t Veen in NRC 17 maart 2006.10


 


 


Conclusie


Het is opvallend dat er weinig vak overstijgend wetenschappelijk werk te vinden is waarbij de brug gelegd wordt tussen buurtbewoners, de buitenruimte en sociale interactie. De individuele wetenschappen constateren stuk voor stuk een positief effect van meer groen en meer interactie. Groen is goed voor de gezondheid van de buurtbewoners. Groen heeft een positief effect op de vastgoed prijs. Sociale interactie is goed voor de sociale structuur van een wijk. Sociale interactie is goed voor het gevoel van veiligheid in een wijk. En een goede buitenruimte is van essentieel belang om de sociale interactie te stimuleren.


Maar wat nou als de aanpak van een wijk dit geheel combineert? Is de uitkomst meer dan de som der delen? Dit lijkt in grote mate af te hangen van de kwaliteit van het werk dat geleverd wordt. Kwaliteit? Een vaag woord. Waar het uiteindelijk om draait is de gebruiker. Is de buitenruimte aangepast aan de gebruiker? Vindt de gebruiker de buitenruimte mooi? En is de buitenruimte toekomstbestendig en heeft de gebruiker er in de toekomst ook iets aan? Creatief Beheer heeft een methode ontwikkeld die niet alleen de buitenruimte verbeterd maar ook een positief effect heeft op de buurt en zijn bewoners.


 


 


 


Literatuur


1.     Maas, J. (2009). Vitamin G. Nivel, Utrecht.


2.     Goren van, Koedoot (2006). Profijt van groen. Den Haag, Stichting Recreatie.


3.     Jansonius en Jacobs (2005). Bedrijven in het groen.


4.     Dempsey, N., Bramley, G., Power, S., Brown, C. (2009). The social dimension of sustainable development: Defining urban social sustainability. Wiley InterScience, DOI: 10.1002/sd.417.


5.     Dormans, S., Houtum, H. van, Lagendijk, A. (2003). De verbeelding van de stad. NETHUR, Utrecht.


6.     Blokland, TV. Oog voor elkaar (2009). Veiligheidsbeleving en sociale controle in de grote stad. Amsterdam University Press, Amsterdam


7.     Dorst, M.J. van (2005). Een duurzaam leefbare woonomgeving. Fysieke voorwaarden voor privacyregulering. Eburon, Delft.


8.     Hooimeijer, P., Kroon, H., Luttink, J. (2001). Kwaliteit in meervoud. Conceptualisering en operationalisering van ruimtelijke kwaliteit voor meervoudig ruimtegebruik. Drukkerij A-twee, Waddinxveen.


9.     Visser, p., Dam, F. van (2006). De prijs van de plek, woonomgeving en woningprijs. Rotterdam/Den Haag


10.  Veen, G. J. van ’t. Maak betere pleinen en parken. In NRC 17 maart 2006.

 
Array
(
)

*

laat dit veld leeg

Tweets by @tuinmanindewijk